The poems on this page are playing with boundaries of emotion, relationships, common sense and society.


Lost in agony

Helpless,
hopelessly afraid,
the little mouse
stuck in the corner,
real live bait.
Crushed castles,
Snakes on every floor.
The fire is crawling 
outside the fireplace.
The sun has left the building,
no stars or moon in sight,
days are really scary,
black, darker than the night.

 

Lost in agony

Hulpeloos,
hopeloos verschrikt,
als levend aas
zit de kleine muis
gevangen in de hoek.
Verpletterde kastelen,
slangen op elk verdiep.
Het vuur ontsnapt
kronkelend uit de haard.
De zon heeft het huis verlaten,
geen maan of sterren te zien.
De dagen zijn echt eng,
zwart, donkerder dan de nacht.


Je (ne) suis (plus)

Je suis Ahmed
je suis Charlie
je ne suis pas Ahmed
je ne suis pa Charlie
je ne suis personne
je n'ai pas de nom,
j'en ai des milliers.
Je suis toutes les victimes
tombées
par la main
de la violence.
J'en ai marre
j'en ai assez,
je suis fatigué
et je veux dormir.
Bonne nuit
à tous.

(Non) sono (più)

Sono Ahmed,
sono Charlie,
non sono Charlie,
non sono Ahmed,
non sono nessuno.

Un nome non ce l'ho
ne ho migliaia.
Io sono tutte le vittime
cadute sotto la mano
della violenza.

Ne sono stufo
ne ho abbastanza,
sono stanco
e voglio dormire.
Buona notte
a tutti.


Je suis Charlie

A pen has been broken
Twelve hearts put to a stop
Stolen religion
Cruelly abused.
Speech is a freedom
Solid and imperishable.
The mockingbird is wounded
But it is still singing well.
The hunter
He is hunted
Yesterday’s vultures
Are rabbits
As from today.

CHARLIE's Pen

Charlie had a pen
Which had a special voice
Without saying a single word
It made a lot of noice

The drawings it was making
Pure satire and mock
His life was brutally taken
The whole world now is in shock

A thousand other Charlies
Are waiting for their pen
They will make lots of drawings
Their freedom will not end!


Het doolhof


Eindeloos strekt het doolhof
zich voor mij uit.

Terwijl jij zonder dralen
naar de uitgang loopt,
raak ik verloren in het
ondoorgrondelijke patroon.
Elke gang die ik neem,
loopt dood in de volgende.

Ik wil je volgen maar
een haag van vragen
en twijfel blokkeert me de weg.

Ik sluit mijn ogen.
In gedachten neem jij mijn hand
en leid me naar de uitgang.

Zou ik dan nu mijn ogen openen?

Il labirinto

All'infinito il labirinto si stende
davanti a me.

Mentre, senza indugio,
tu corri verso l'uscita,
io mi perdo
nel diagramma indecifrabile.
Ogni corridoio che attraverso,
muore subito dopo.

Ti voglio seguire
ma una barriera
di domande e dubbi
mi ostruisce la via.

Chiudo gli occhi.
Nei miei pensieri tu mi prendi la mano
e mi guidi verso l'uscita.

Potrò aprire gli occhi adesso?

Twenty Second(s)

Het leek een normale dag.
Een lach, een geeuw, een zucht,
een koffie in de vlucht.
Dan de berichten, de pijn,
de gedachte dat het nooit meer 
hetzelfde zal zijn.
Ik ben verdrietig
voorbij de tranen,
ik voel me nietig
en wat bang.
Zullen we ons nog ooit 
veilig wanen.
We kunnen de haat 
niet laten winnen,
laat ons bij onszelf
beginnen,
ik hou van jou!


22/03/2016
© Kris Goekint


Nacht-blindheid

Een stad weigert
te ontwaken.

De wolken maken
eerbiedig plaats
voor de azuurblauwe hemel.

De oude man
wrijft ontroostbaar
met zijn handen
door zijn witte haren

terwijl een klein meisje
moedig
een bos rode rozen
neerlegt voor de

afgesloten
concertzaal

Cécité nocturne

Une ville refuse de s’éveiller.

Déférents,
les nuages font place
à un ciel bleu azur.

Un homme âgé
inconsolable
caresse ses cheveux blancs
avec ses mains
pendant qu’une petite fille
courageuse
dépose un bouquet
de roses rouges
devant la salle de concert
barricadée

Cecità notturna

Una città rifiuta di svegliarsi.
Riverenti
le nuvole fanno spazio
ad un cielo azzurro.

Sconsolato
un uomo anziano
si carezza i capelli bianchi
mentre una ragazzina,
coraggiosa,
depone un mazzolino
di rose rosse
davanti alla sala da concerto
sbarrata


In mijn hoofd

In mijn hoofd
lege straten.
Een enkele gedachte,
hulpeloos, hopeloos
verdwaald in de wirwar
van mogelijkheden
Naast mij
kordate ademhaling,
rustgevend beekje.
Honderd tinten grijs,
de nacht is lang.
Nachtbloemen verwelken
tegen de schemerige
zoldering.
Daar is de dageraad.

© Kris Goekint 2015

Nella mia testa

Nella mia testa
strade deserte
un solo pensiero,
inerme,
disperato,
perduto nel groviglio
di possibilità.
Accanto a me
respiro reciso,
ruscello riposante.
Cento tinte di grigio,
notte lunga.
Fiori di notte
avvizziscono
sul soffitto
tenebroso.
C’è l’alba.

The High Wire Walker

Through the 
dangerous darkness
of the night 
shines a full moon,
virginally white.
Why...
where are you.
You got me dancing on a high wire,
not knowing which way to go.
I'm balancing above the abyss
of doubt.
Looking around
I want to shout but
you're nowhere to be found.
You already crossed the gorge
and await me in the oasis of hope.
Can't cope much longer on my own
I need to trust you,
I need you,
love you,
miss you even if you're near.
Please, love me too, dear.

© Kris Goekint


Witte sneeuw

Als ze komt,
dan neigt de sneeuw
naar wit, zegt ze,
en lacht, haar prachtige gebit
helemaal bloot.

De zwarte heeft ze
achter zich gelaten -
de sneeuw.

Ze stapt buiten,
geniepig geruisloos
glijdt de grote glazen deur
achter haar dicht.

De ballast, het gewicht
van alle jaren laat ze
in een piepklein papieren bootje
op het water varen.

Ik geniet van vandaag, zegt ze,
en vanaf vandaag van elke dag,
soms met een traan,
soms met een lach
en als ze komt,
dan neigt de sneeuw
naar wit.

La neve bianca

"Quando viene giù,
la neve tende al bianco"
dice e ride,
mostrando i suoi perfetti denti.

Ha lasciato la nera dietro di lei - la neve.
Insidioso, silenzioso, il portone vetrato
si chiude alle sue spalle.
Lascia galleggiare la zavorra, il peso di tutti gli anni,
in una barchettina di carta sull'acqua.

"Mi sto godendo quest'oggi", dice,
"e da oggi ogni giorno,
a volte con una lacrima, a volte con un sorriso
e quando viene giù,
la neve tende al bianco".



Nacht zang

Serene scene,
huis van vertrouwen,
huis van gebed.

Mensen bidden,
mensen bezinnen,
de stilte snijdt de ruimte doormidden.
Onheil sluipt onhoorbaar binnen.

Woeste wervelwind,
mensen huilen,
mensen schreeuwen.
De nachtmerrie begint.

Waar stopt de waanzin?
Wordt het mensdom
ooit wijzer,
ooit mens?

 




Eendracht maakt macht

Zwarte wolken boven Brussel
krans voor een rouwende stad,
de zon breekt door en
probeert de pijn wat te verzachten.
Op het plein, met kaarsen omrand,
geel krijten hart.
Mensen met ogen rood van verdriet
geven elkaar troostende knuffels,
ondanks onze smart,
ondanks ons verlies,
samen staan we recht.
Eendracht maakt macht!

Union makes strength

(united we stand)

Black clouds above Brussels
Wreath for a city in mourning
The sun breaks through
And tries to soften the pain
On the square, edged by candlelight
Yellow heart of chalk
People with eyes red from the sorrow
Hug one another comfortingly
Despite our grief
Despite losing our loves
Together we stand
Union makes strength

l'Unione fa la forza

Nuvole nere sopra Bruxelles,
corona per una città in lutto,
il sole fa capolino
e prova di attutire il dolore.
Sulla piazza, orlato di candele,
cuore di gesso giallo.
Gente con degli occhi rossi del afflizione
si danno coccole confortanti.
Nonostante la pena,
nonostante la perdita,
insieme stiamo dritti,
l'unione fa la forza!
© Kris Goekint


Zonnebed

Zit je soms met je handen
in het haar?
Zie, daar, tussen de bladeren,
achter de heuvel is de zon.

Heb je het gevoel
dat je bent verkrampt, 
dat al je hoop en wilskracht
is verdampt?

Kom dat ik je troost,
hier, in mijn armen,
geef je zelfvertrouwen 
een flinke boost,
ik zal je hart 
verwarmen.


Code oranje

Dreigend donkere dromen,
kan je er eigenlijk aan ontkomen?
Je ziet de zon moeilijk stralen
met je hoofd in de regenwolken.

Louterend liefdevol,
geliefd en geleefd,
toch de zwarte doos
niet hard genoeg dichtgekleefd.

De motor even ontlucht,
zoekend naar verlossing
helend gezucht.

Je rugzak
hoef je niet alleen te dragen,
proef en geniet
vanaf nu, alle dagen.


Of loverboys

 

She may picture herself

in the land of milk and honey,

behold, beware,

he's clearly after her money.

 

She had the luck

within her reach, 

crashed it to smithereens,

running for the cheat.

 

This future has no roses,

just treacherous thorns,

thinking of being smart,

while solely achieving

to only breaking hearts.